Matty Hakvoort – Juni 2018 – Stil in mij
Vaak bedoeld men met stilte de afwezigheid van iets, zo gaat het om de afwezigheid van geluid. Als het gaat om innerlijke stilte is er niet de voorwaarde dat er geen geluid mag zijn. Zo is er de mooie zin in een liedje;
“En het is zo stil in mij, ik heb nergens woorden voor’ (Van Dik Hout)
Het gaat in deze tekst vooral om de behoefte aan de aanwezigheid van een geliefde zonder woorden, als tegenwicht aan een wereld buiten waar men elkaar niet laat kennen en niet naar elkaar luistert. Stilte is hier een innerlijke ruimte waar men alleen is, terwijl in de tekst tegelijk een uitnodiging aan de geliefde wordt gedaan om deze stilte te delen. ‘Vanavond tonen wij ons ware gezicht’, gaat de tekst verder. De veronderstelling is dat er in stilte iets van waarheid valt te ontdekken.
Pas geleden, tijdens een bezoek bij vrienden en kregen wij een gesprek over bepaalde karakters in een recent opgevoerde Griekse tragedie “Oedipus”. Omdat dit stuk raakt aan de grondvesten van het menselijk handelen en de psychologie nam ik nogal uitvoerig het woord om mijn visie weer te geven. Toen ik was uitgesproken, stelde een van de aanwezigen opeens; ‘ Wat ontbreekt in de dominante manier waarop je het woord neemt is het bieden van ruimte tussen al die woorden en het mogelijk maken van de aanwezigheid van anderen in het gesprek. Je vult alle ruimte in. Ik werd hierdoor geraakt en kon geen woorden meer vinden.
In de stilte die hierop volgde kon ik mij geleidelijk weer herstellen en probeerde te begrijpen wat hiermee werd gezegd. In gezelschap de regie nemen en zorgen dat er de juiste onderhoudende sfeer ontstaat en daarbij zelf de aftrap nemen is wat ik vaker doe. De brug naar de ander slaan, het woord nemen, verhalen vertellen dient vaak ten eerste omverzekering te zoeken, het wederzijds weten dat je elkaar accepteert en je jeveilig kan voelen. Om open te staan voor de ander is vertrouwen nodig, het is een voorwaarde voor echt contact en het ruimte kunnen bieden aan de ander. Om terug te komen op het genoemde moment tijdens het tafelgesprek; de stilte die na de confrontatie ontstond voelde goed, ondanks de kritische boodschap die was gegeven. Vanuit die stilte, want het gebruik van woorden werd op dat moment geblokkeerd, ontdekte ik dat het commentaar een uitnodiging zou kunnen zijn om op te houden met het vertellen van geruststellende verhalen en een meer open gesprek te voeren meer ruimte aan de ander te geven. Dat het vullen van de ruimte met te veel woorden kan gaan dienen om elkaar niet te ontmoeten, en dat je zo de ander juist niet toelaat. Vanuit de afgedwongen stilte kon ik dat begrijpen. Die avond ontstond alsnog een mooie ontmoeting met een bijzonder mens.
Stilte laten vallen en ruimte bieden aan de ander, kan gelden als een blijk van vertrouwen. Vanuit stilte is veel te ontdekken en anders dan alleen afwezigheid van iets, kan stilte een bron zijn van waaruit nieuwe inzichten ontstaan.
“Hij, die jouw stilzwijgen niet begrijpt, zal waarschijnlijk ook jouw woorden niet begrijpen.” (Elbert Hubbert)
Als gezegd is wat te zeggen valt en wat gedaan moest worden is gedaan, als woorden niets meer toevoegen om betekenis te geven, is stilte de enige andere taal die mogelijk is.
Als mensen geraakt worden door een ernstige ziekte is het nodig om een nieuw levensverhaal te scheppen. Om het opbouwen van dit verhaal mogelijk te maken is het nodig eerst te kunnen zoeken en niet te snel van alles te vinden. De aanwezigheid van stilte en de ruimte die daardoor kan ontstaan is hiervoor noodzakelijk. Soms zijn we, als er sprake is van een ernstige ziekte, te snel geneigd de ruimte te vullen met woorden vanwege onzekerheid en gebrek aan vertrouwen in de toekomst. Het toelaten van de stilte kan juist dan nieuw vertrouwen wekken en het gevoel geven dat je samen zoekt.
Matty Hakvoort